Mijn tweede en ook laatste stage-opdracht bestond eruit om een Carfleet-applicatie uit te werken. Voor dit project moesten er niet één, maar twee apps uitgewerkt worden, namelijk een desktopapplicatie en een mobiele app. De keuze van de technologieën die gebruikt worden werd hier volledig aan de programmeur (mezelf) overgelaten. Voor de desktopapplicatie koos ik hier voor Windows Forms, omdat ik reeds ervaring had met WPF. Voor de mobiele app koos ik voor Blazor, het kersverse framework van Microsoft dat toelaat mobiele apps te ontwikkelen met C# zonder JavaScript. Door gebruik te maken van technologieën die me tot nog toe onbekend waren, zag ik hier het voordeel in mijn positie in de arbeidsmarkt te verbreden.

In de administratieve frontend (Windows Forms) kan de manager de voertuigen en de “drivers” (bestuurders) van de carfleet beheren. De werknemer kan vervolgens in de mobiele app (Blazor) zijn voertuig bekijken, en door middel van een realtime chat aanvragen doen voor reparatie en onderhoud van zijn of haar voertuig.